De jaarpreek van Dorotheé Berensen
- Fragmenten
- De jaarpreek van Dorotheé Berensen
Morgenavond iets voor twaalf tellen we met elkaar af. Tien seconden nog… Misschien zoeken we nog gauw naar woorden. En dan ineens klinkt het in miljoenen huiskamers tegelijk: “Gelúkkig nieuwjaar!” Wát wensen we elkaar eigenlijk toe? Terugblikkend op 2017: Op straat werd over ‘geluk’ gesproken. Waar je vraagt naar ‘geluk’, hoor je onherroepelijk ook iets van die keerzijde. Ruzie in de familie, gemis, maar ook die ‘gewone’ drukte van elke dag.
Onder de noemer ‘BEST SPEECH EVER’ keken in 2017 miljoenen mensen naar een filmpje van Simon Simek, over de uitdaging van twintigers op de werkvloer. Hij analyseert de westerse cultuur: De tijd tussen wens en werkelijkheid is minimaal geworden. Slechts één druk op de knop. De druk om NU uitmuntend te presteren is groot. En als dat niet lukt? Dan kan het zomaar zijn dat de bodem onder je geluk vandaan geslagen wordt. Psalm 16,2 zegt: Bij de HEER alleen vind ik mijn geluk. Ook dat klonk op straat. Staat die David, die de psalm schreef, eigenlijk wel met beide benen op de grond? Het gaat hem zeker voor de wind? Nou.. bepaald niet. Psalm 16 is een intens gebed. David vond – te midden van alles wat op hem afkwam - bij God een Adres om op adem te komen, om te schuilen. Hij vindt zelfs overvloedige vréugde in de nabijheid van God.