Artiest

Elvis Costello - Biografie

  1. Artiestenchevron right
  2. Elvis Costello
Engelse singer-songwriter die in de jaren 70 en 80 een aantal hits op zijn naam schrijft met 'Oliver's Army', 'Good Year For The Roses' en 'I Want You'. Elvis Costello werkt eind jaren 90 samen met Burt Bacharach. Zijn naam komt voort uit een ode aan Elvis Presley en de meisjesnaam van zijn moeder.

Declan Patrick MacManus wordt geboren op 25 augustus 1954 in Londen. Zijn ouders zijn de trompettist, zanger en bandleider Ross MacManus en platenzaakmanager Lillian MacManus. Als Declan nog klein is, speelt en zingt zijn vader in een vooraanstaande Big Band en komt hij thuis met platen om de laatste popmuziek te oefenen. Declan vindt het heerlijk om hiernaar te luisteren en zijn favoriete nummers zijn die van Frank Sinatra en Cole Porters 'I've Got You Under My Skin'. 

Eigen band

Op z'n negende koopt hij zijn eerste single, 'Please Please Me' van The Beatles. Als Declan zestien is, verhuist hij met zijn moeder (zijn ouders zijn inmiddels gescheiden) van Londen naar Liverpool. Declans eerste openbare optredens vinden plaats in een Londense folk club in 1970 en in 1973 ontmoet hij in een Liverpoolse pub Nick Lowe, de bassist van Brinsley Schwartz, en snel daarna richt Declan met behulp van Lowe de band Flip City op. 

My Aim Is True

Na een paar optredens die niet zo goed lopen als hij hoopt, gaat Declan solo verder, nu onder de naam DP Costello. In 1976 reageert Stiff Records erg positief op Costello's demo en manager Jake Riviera contracteert hem en adviseert hem zijn naam te veranderen in Elvis Costello. Tevens besluit hij Costello te laten samengaan met de band Clover (nu beter bekend als Huey Lewis and the News). Dit resulteert in Elvis Costello´s eerste plaat, My Aim Is True (1977), opgenomen in 24 uur en geproduceerd door Nick Lowe. In mei 1977 treedt Elvis Costello voor het eerst op, als voorprogramma van The Rumour, in Londen. De reacties zijn erg positief en kort daarna wordt Costello's vaste band samengesteld, bestaande uit drummer Pete Thomas, Steve Nason (later Steve Nieve) op keyboard en Bruce Thomas op bas. De eerste optredens van Elvis Costello And The Attractions vinden plaats kort voor het uitkomen van My Aim Is True in juli 1977. 

Saturday Night Live

Dit album krijgt goede recensies en kort daarop verschijnt een single die niet op het album staat, 'Watching The Detectives'. Dit wordt Costello´s eerste hit in Engeland. Er wordt meteen hard gewerkt aan een tweede plaat, This Years Model. Costello And The Attractions vliegen naar de VS voor hun eerste VS tour, waaronder een optreden bij Saturday Night Live in december 1977. Costello besluit daar onverwachts het kritische nummer 'Radio Radio' te spelen. Dit wordt hem niet in dank afgenomen; hij wordt hierdoor geweigerd nog eens bij Saturday Night Live op te treden en hij wordt niet eerder teruggevraagd dan 1989. De puntjes worden op de i gezet voor het album This Years Model terwijl My Aim Is True eindelijk in de Amerikaanse Top 40 terechtkomt. This Years Model komt uit in maart 1978 en hiermee vestigt Costello zich als een van de meest getalenteerde en uitgesproken artiesten in de new wave. Het album haalt de UK Top 5 en bevat de hits '(I Don't Want to Go to) Chelsea' en 'Pump it Up'. 

Wisseloord Studio's

Het derde album, Armed Forces, komt uit in januari 1979 en wordt Costello's eerste en enige Top 10-notering in de VS. Hits van dit album zijn 'Olivers Army' en 'Accidents Will Happen'. Hierna verhuist de band met Nick Lowe naar de Wisseloord Studio's in Nederland, waar tien al opgenomen (jaren '60 R-'n-B-achtige) nummers opnieuw worden gearrangeerd en er tien nieuwe worden toegevoegd. Get Happy!! (1980) wordt een hele volle plaat met twintig nummers die er als het ware opgejamd zijn. In de zomer van 1980 komen The Attractions met hun solo album, Mad About The Wrong Boy. En al zijn het geweldige muzikanten, de nummers zijn niet zo goed gearrangeerd en de plaat verkoopt slecht. Ook wordt in de VS een plaat uitgebracht met niet eerder uitgebrachte of zeldzame Elvis Costello nummers, Taking Liberties. Een Engelse versie, Ten Bloody Marys And Ten How's Your Fathers wordt later ook uitgebracht. 

Good Year for the Roses

Begin 1981 toert de band door de VS ter promotie van hun net uitgekomen vijfde plaat Trust en in mei van dat jaar neemt Costello zijn bandleden mee naar Nashville om een country-coveralbum op te nemen. Eind 1981 komt Almost Blue uit. De eerste single, 'Good Year For The Roses' wordt een hit in Engeland en Australië. Daarna trekt de band zich terug in een cottage in Cornwall om te repeteren voor Costello's volgende album, IbMePdErRoIoAmL (Imperial Bedroom), welke in 1982 uitkomt. Dan, na twee singles ('Shipbuilding' en 'Pills and Soap') komt in 1983 Punch The Clock uit. De eerste single van deze plaat is 'Everyday I Write The Book'. Het album Punch The Clock is minder gecompliceerd dan de vorige projecten, het zijn weer pure popliedjes, hier en daar uitgebreid met achtergrondzangers of een blazerssectie.

The Pogues

Het jaar daarop komt na hard werken (Costello gaat zelfs een paar weken van-negen-tot-vijf op een kantoor zitten schrijven) en veel geknutsel, geplak en gearrangeer Goodbye Cruel World uit. Dit jaar verschijnt ook een 'Best Of'-cd, vergezeld van een videocompilatie. Ook volgt er weer een wereldtoernee, met The Pogues (waar Costello in muzikale zin verliefd op geworden is) in eigen land en Ierland in het voorprogramma. Daarna produceert Costello het tweede album van The Pogues (Rum, Sodomy And The Lash) en doet mee aan hun less-than-royal retinue. Costello zegt The Attractions gedag en gaat solo toeren samen met T-Bone Burnett. Zij maken later samen een single, 'The People’s Limousine', en noemen zichzelf The Coward Brothers. In juli 1985 treedt Costello op tijdens Bob Geldofs Live Aid in het Wembley in Londen. Meteen daarna duikt hij samen met T-Bone Burnett de studio weer in voor het opnemen van een plaat waar naast The Attractions ook o.a. Jim Keltner, T-Bone Wolk en James Burton op meespelen. En hoewel het een gedoe is om het album zo te maken als het duo wil, proberen ze niet teveel af te mixen in de studio. 

King of America

Het album King of America komt uit in februari 1986. Dat jaar gaat Costello weer met The Attractions de studio in en ze nemen in no-time een ouderwets loud and angry album op, Blood And Chocolate, met daarop o.a. de nummers 'Blue Chair', 'I Hope You're Happy Now' en 'I Want You'. In 1989 verschijnt Spike, de plaat met de hoogste noteringen, de beste verkopen, het ingewikkeldste opnametraject en het meeste materiaal (Costello wil wel vijf platen maken). Op dit album staat o.a. 'Veronica', een van Costello's grootste hits. 1990 lijkt een rustig jaar, maar Costello neemt twee albums op, Mighty Like A Rose, die in 1991 uitkomt en Kojak Variety, welke pas in '95 wordt uitgebracht. Ondertussen is Costello geïnteresseerd geraakt in klassieke muziek. Een van de ensembles waar hij het meest van geniet is The Brodsky Quartet. Zij zijn op hun beurt weer grote fans van Costello. Hieruit ontstaat al snel het gezamenlijke album The Juliet Letters

Afscheid

In 1994 komt Brutal Youth uit. Costello gaat weer met The Attractions de studio in, met wel veertig nummers. In eerste instatie wil Costello een dubbelaar uitbrengen, maar dat wordt All This Useless Beauty, met voornamelijk ballads, niet. De kritieken zijn gevarieerd. Er volgt een tour, niet geheel met The Attractions en duidelijk wordt, dat dit de laatste keer is dat Costello met The Attractions zal spelen. Hun afscheidsconcert vindt plaats in Japan, op 15 september 1996. Een samenwerkingsverband tussen Elvis Costello en Burt Bacharach ontstaat doordat Bacharach wordt gevraagd een nummer te schrijven voor de film Grace Of My Heart. Hij zoekt Costello op en samen schrijven ze het nummer 'God Give Me Strength', dat een Grammy wint. Ze zien dit beiden als zo'n succes, dat ze besluiten samen een album te maken. Dit wordt Painted From Memory welke uitkomt in 1998 en een wereldwijd succes wordt. 

She

Het jaar erop schrijft Costello 'She' voor de film Notting Hill en voor Mike Myers' Austin Powers: The Spy Who Shagged Me spelen Costello en Bacharach 'I’ll Never Fall in Love Again'. In 2000 komt er geen werk van Costello uit en in 2001 komt Costello in contact met mezzo-sopraan Ann Sofie van Otter, met wie hij een volgend album maakt, For The Stars, met daarop een aantal popnummers, o.a. werk van Costello, geïnterpreteerd door Von Otter. In 2002 komt Costello met een ouderwets Elvis Costello album, met daarop een aantal van The Attractions te horen. When I Was Cruel. Volgens veel fans is dit het stevigere werk waar zij zolang op gewacht hebben. Zelf zegt hij: “[...] after singing so many ballads in the last few years, it was time for a rowdy rhythm record – we used a highly skilled team of musicians and engineers to ensure that we did not accidentally make a record that had been previously released.” 

Nieuwer werk

Elvis Costello's album Momofuku het eerste sinds zeven jaar, werd opgenomen en gemixt in Dublin. Geproduceerd door The Imposter en naast Elvis Costello horen we Steve Nieve op toetsen, ex-Cracker bassist Davey Faragher en drummer Pete Thomas. Een blazersensemble wordt later toegevoegd. Ook nam Costello het album The River in Reverse (naar aanleiding van Katrina en met toetsenist Allen Toussaint) op. Zijn album Secret, Profane & Sugarcane markeert een terugkeer naar de intimiteit van een bescheiden band. Een ode aan de Amerikaanse rootsmuziek waarin naast bluegrass en countryblues ook soul en jazz doorklinken. 

Elvis werkt in de jaren 10 opnieuw graag samen met muzikanten. In 2012 neemt hij livealbum The Return Of The Spectacular Spinning Songbook!!! op met The Imposters. Een jaar later laat hij opnieuw van zich horen, dan met The Roots. Met hen neemt Elvis Wise Up Ghost and Other Songs op