Suzanne Vega - Biografie
- Artiesten
- Suzanne Vega
Suzanne Vega ziet het levenslicht in Santa Monica, in Europa welbekend van de zonnige stranden van Baywatch. Maar haar ouders gaan kort na haar geboorte uit elkaar en de muzikante in spé verhuist met haar moeder naar Manhattan, New York. Suzanne’s moeder, een jazzmuzikante, hertrouwt met de Puerto Ricaanse schrijver Ed Vega. Suzanne is een verlegen kind maar wordt verplicht voor zichzelf te zorgen in Spaans Harlem. Poëtische singer-songwritermuziek en traditionele folk bieden haar een vluchtweg uit de chaotische wereld rondom haar.
Gitaar
Op haar elfde leert Vega gitaar spelen en een paar jaar later begint ze zelf muziek te schrijven. Ze gaat naar een kunstschool, waar ze zich niet richt op muziek maar op dans. Daarna gaat ze literatuur studeren. In die periode treedt Suzanne op in koffiehuizen en op folkfestivals dichtbij ‘haar’ Columbia University. Later speelt ze ook in de Folk City Club waar Bob Dylan, één van haar idolen, zijn carrière heeft gestart.
Contract
Na haar afstuderen verdient de zangeres de kost met allerlei low-level baantjes terwijl ze steeds meer erkenning krijgt in het folkwereldje. Maar haar succes krijgt geen vervolg met een platencontract. Het duurt tot 1983 eer ze A&M kan overtuigen om haar een contract te geven. In 1985 wordt Suzanne Vega’s naar zichzelf getitelde debuut met enthousiaste kritieken onthaald. In Amerika gaat Suzanne Vega 200.000 keer over de toonbank. Vega verrast daarmee A&M én zichzelf. In Groot-Brittannië doet Suzanne Vega het nog beter: het album haalt platinum, onder meer dankzij de hitsingles ‘Marlene On The Wall’. In Nederland wordt de single een bescheiden hitje en staat het album 20 weken in de Album Top 100.
Blok
Opvolger Solitude Standing laat twee jaar op zich wachten, mede door een writer's block. Op het album staan dan ook een aantal overblijfsels. Solitude Standing wordt minstens zo succes als zijn voorganger. De hit van dat album is ‘Luka’, dat in de Verenigde Staten de derde plek weet te veroveren (ongezien voor vrouwelijke folk in die tijd) en in Engeland nummer twee. In de Nederlandse Hitparade komt het nummer over kindermishandeling niet hoger dan nummer 74. Days Of Open Hand produceert Vega samen met haar vriendje, de toetsenist Anton Sanko. Op het album experimenteert Vega met haar teksten en wijkt ze af van de eerste-persoonsverhalen van de vorige albums. Maar op het album staan geen grote hitsingles en Days Of Open Hand gaat verloren in de stroom van vrouwelijke singer/songwriters die ontstaan is na het succes van Vega. Wel bewerkt DNA ‘Tom’s Diner’. Met een dancebeat eronder wordt het ‘Oh Suzanne’ genoemd. Hoewel Suzanne Vega aanvankelijk niet te spreken is over het dancenummer, verandert ze van mening als ‘Oh Suzanne’ de hitlijsten verovert. Ze brengt haar eigen versie van het nummer uit en scoort zo haar grootste hit.
Experiment
In de jaren ’90 vormt Vega een team met experimenteel producer Mitchell Froom, bekend van onder meer Crowded House en Elvis Costello. De samenwerking blijft niet beperkt tot de studio: na de release van 99.9˚F trouwen de twee. In 1994 krijgen ze een dochtertje Ruby. De geboorte van het kind betekent een pauze voor Vega’s muziekcarrière. In 1996 komt Vega terug met Nine Object Of Desire, weer geproduceerd door haar echtgenoot. 'World Before Columbus' is speciaal voor haar dochter geschreven. Het is een lief liedje op een, voor Vega's doen, vrij vrolijk, luchtig album. In 1998 loopt het levensgeluk van Suzanne Vega een flinke deuk op. Manlief Mitchel Froom gaat er vandoor met Vonda Shephard (zangeres in tv-serie 'Ally McBeal'). Als het huwelijk strandt eindigt ook de samenwerking. Ook manager Ron Fierstein verlaat de zangeres. Een jaar later verschijnt een best of-cd, evenals het boek The Passionate Eye, een verzameling gedichten, songteksten en korte verhalen. Songs In Red And Gray verschijnt eind 2001 en levert Suzanne Vega goede kritieken op.
In 2008 werkt Vega met andere Amerikaanse en Canadese artiesten samen om het album Song For Tibet uit te brengen. Dit als steunbetuiging aan de Tibetaanse bevolking na de invasie van China.