Gevonden: jeugdvriendin Victoire
- Nieuws
- Gevonden: jeugdvriendin Victoire
“Mijn tijd in dat pleeggezin was traumatisch”
De familie van Victoire hoort de oproep en reageert. We krijgen Victoire’s telefoonnummer. Wanneer we bellen reageert ze enthousiast: “Mijn stem slaat er zelfs van over, maar dat komt omdat ik hier zo opgewonden van raak. Dat er na al die jaren nog iemand aan mij denkt!” Ze wil dolgraag met Bep in contact komen, maar kan zich Bep nauwelijks herinneren. “Ik heb zo’n moeilijke jeugd gehad in Apeldoorn, maar ook daarna, waardoor ik delen van mijn geheugen kwijt ben. Ik heb heel veel verdrongen uit die tijd.” Bep daarentegen haalt háár herinneringen juist graag aan. Victoire vindt er weinig herkenning in, maar hoopt dat de herinneringen alsnog boven komen…
Het verhaal
Beppie woont aan de Torenstraat in Apeldoorn. Haar moeder zit bij de EHBO-vereniging St. Gerlach, samen met meneer Thijsen. Meneer Thijsen heeft samen met zijn vrouw een adoptiedochter Rietje, een biologische dochter Joke en 6 pleegkinderen, waaronder Vicky en haar biologische broer en zus Hennie en Mies.
Met Vicky kan Beppie het heel goed vinden. “Het was een heel héél lief meisje, ontzettend vrolijk en leuk.” Vicky en Bep zaten een tijdje samen op de nonnenschool in Apeldoorn, beter bekend als de zusterschool. Na school kwam Vicky vaak bij Bep thuis spelen. “Bij haar thuis was het altijd heel druk, maar bij ons kreeg ze meer aandacht. Wij waren maar met z’n tweeën, terwijl ze bij haar met z’n achten waren. Mijn moeder ontfermde zich ook een beetje over haar.”
Op een dag (rond 1955) zegt Beps moeder dat Bep voor school nog even langs de familie Thijsen moet gaan om afscheid te nemen. Die gaan namelijk naar Australië emigreren. “Toen ik daar kwam was Vicky al weg. Ik denk dat ze al was ondergebracht bij een ander pleeggezin of een tehuis. Ik heb haar nooit gedag kunnen zeggen.”
Bep heeft nog veel levendige herinneringen aan Vicky. “Ze was echt heel vrolijk en had een mooi gezichtje. Ik vond haar erg leuk en heb nog vaak aan haar gedacht. Waar zou ze terechtgekomen zijn? Zou het goed met haar gaan?”