gevonden: zoon van Martin Bechthold

We komen in contact met de zoon van Martin: Marco Bechtold. Via hem horen we slecht nieuws: zijn vader is al achttien jaar geleden overleden. Hij had een leven met ups en downs, maar Marco wil daar wel over vertellen. Hij vindt het bijzonder dat er iemand na al die jaren nog aan zijn vader denkt. Marco is dan ook erg geïnteresseerd in het verhaal van Loes, want hij heeft nooit eerder van Loes gehoord. Hij is benieuwd naar haar herinneringen aan zijn vader en komt daarom naar de studio om Loes te ontmoeten. Loes reageert eerst heel verdrietig op het trieste nieuws, maar is heel blij als ze hoort dat Martins zoon in de studio is: “Hij lijkt sprekend op zijn vader!”, roept ze uit. Na de uitzending hebben de twee veel bij te praten. Ze houden in de toekomst contact. Loes heeft het gevoel dat ze Martin – ondanks zijn veel te vroege overlijden – wat dichterbij zich heeft.

Het verhaal
Loes komt op haar 18^e met haar familie in 1957 vanuit Nederlands-Indië naar Nederland. Op de Sibajak leert ze matroos Martin Bechthold kennen. Het is liefde op het eerste gezicht. Loes en Martin brengen 26 dagen achtereen met elkaar door. Eenmaal in Nederland blijven de twee elkaar zien. Martin reist regelmatig van Overschie naar Drachten om Loes te kunnen zien. Na drie jaar heen en weer te hebben gereisd, wil Martin serieuzer worden en een volgende stap zetten: hij wil zich zelfs verloven! Loes ziet dit niet zitten: “Ik wilde eerst de wereld zien. Ik wilde reizen en me zeker niet binden. Ik wees hem af.”

Loes heeft in haar leven veel gereisd en aan Martin is ze altijd blijven denken: “Ik heb na Martin nooit meer de liefde gevonden. Hij was fantastisch, maar het was te vroeg. Ik was gewoon een oude ziel, denk ik. Ik dacht direct al aan kinderen en mogelijke zorgen die daarbij horen. Die zorgen wilde ik ontlopen.”

Een paar weken geleden vindt haar nichtje Debbie een fotootje in de portemonnee van haar tante Loes en vraagt haar naar de knappe man van de foto: “Ik had al veel eerder willen zoeken, maar ik was teveel op reis. Nu zou ik Martin toch graag weer bij me hebben.”