Dochters uit pleeggezin Janet, Carla en Sonja

Het verhaal
Gonny heeft een lastige jeugd en kan niet goed overweg met haar vader. "Hij was nogal autoritair en dat zorgde voor een onprettige thuissituatie. Jeugdzorg kwam eraan te pas en ik ging naar een pleeggezin." Op haar vijftiende komt Gonny daarom terecht bij Gonda de Jong: "Ik kwam uit een klein dorpje met misschien duizend inwoners en ik werd middenin Rotterdam-Noord neergezet. Dat heeft zo’n indruk op mij gemaakt! Gonda had een stichting genaamd 'Vermiste Kinderen' aan de Zwaanhals in Rotterdam. Maar toen ik daar kwam was Gonda al ziek. Ik ken haar dan ook niet anders dan dat zij ziek was. Zij is vlak nadat ik wegging overleden."

Ondanks haar ziekte heeft Gonda toch twaalf opvangbedden voor kinderen uit de jeugdzorg: "En ze had ook nog haar eigen kinderen, twee zonen en drie dochters: Janet, Carla en Sonja. Janet kan ik mij nog goed herinneren. Zij woonde vlakbij en ik wandelde weleens met haar herdershond. Ik ben heel benieuwd hoe Gonda haar dochters die tijd hebben ervaren en daarom kom ik graag met hun in contact."

Aanknopingspunten:
* Gonda de Jong
* halverwege 1960 is Gonda overleden
* had een stichting 'Vermiste Kinderen'
* had een snackbar in de Jacob Catsstraat in Rotterdam
* woonde in Rotterdam aan de Zwaanshals
* had twee zonen en drie dochters Janet, Carla en Sonja
* Janet had een Herdershond