Gevonden: halfbroer Joop de Vries

Johan Christiaan de Vries heet in het echte leven Joop de Vries. We vinden Joop nog altijd in Amsterdam. Hij zit middenin een verhuizing, maar wil graag tijd maken om zijn twintig jaar jongere halfbroertje te ontmoeten in de studio. Wanneer Richard hoort dat zijn halfbroer onderweg is, kan hij geen woord meer uitbrengen. Wanneer halfbroer Joop de studio binnenloopt, zijn de ergste zenuwen inmiddels voorbij. Richard staart zijn halfbroer nieuwsgierig aan en loopt op hem af. Joop lijkt niet zenuwachtig, hij bekent dat hij uit nieuwsgierigheid naar de studio is gekomen. Hij is veertien jaar van zijn leven opgegroeid met hun vader, maar heeft helaas geen goede herinneringen aan hem. Joop wil niet kwaad spreken over hun vader: “Ik wil niet dat jij slecht over hem gaat denken.” Richard en Joop hebben nog lang nagepraat en gaan elkaar binnenkort weer zien…

Het verhaal

Richard is al sinds 2005 op zoek naar zijn halfbroer. Hij weet sinds het overlijden van zijn moeder officieel van het bestaan af van een halfbroer: “Ik ging opruimen en kwam van alles tegen. Het meest opvallend was een dikke bruine envelop. Ik vond foto’s van twee onbekende jongens. Dat bleken mijn halfbroers te zijn! Twee zoons uit een eerder huwelijk van mijn vader. Er is zelfs een foto van mij als baby met mijn halfbroer die mij vasthoudt. Mijn vader heeft daaronder geschreven: ‘twee broers.’ Mijn moeder hintte wel eens vroeger: ‘Er is nog familie.’ Ik vroeg dan nooit door. Ineens dacht ik: ‘O, daarom zei ze dat altijd!’ Ik vermoedde het wel altijd al, maar nu was het echt!”

Richard heeft zijn biologische vader Christiaan de Vries maar kort gekend: Richard was zeven jaar toen hij overleed. Aan hem heeft hij nooit kunnen vragen naar zijn halfbroers. Hoe deze jongens zijn grootgebracht en waar weet Richard ook niet.

We zoeken nu nog naar een van deze twee halfbroers, want een van de twee is omgekomen als militair in Indonesië. Richard heeft ook foto’s gevonden van de begrafenis van deze zoon. Die andere zoon zou nog moeten leven. De gemeente van Amsterdam vertelde dat aan Richard, maar kon verder niets prijsgeven. Hij hoopt zijn twintig jaar oudere halfbroer alsnog te kunnen ontmoeten: “Ik wil weten wie hij is en met hem praten. Zou hij van mij weten?”