Groot Nieuws
EO

31 mrt: Opsporing verzocht!

  1. Nieuwschevron right
  2. 31 mrt: Opsporing verzocht!

De meditatie wordt verzorgd door dominee P.D.J. Buijs, predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk in Nunspeet. Thema: Opsporing verzocht (n.a.v. Joh. 18:1-8)

Groot Nieuws

Muzieklijst:

1) Laat ieder ’s Heren goedheid loven, Psalm 118: 1 en 7

2) Heer ik hoor van rijke zegen, Joh. de Heer 132

3) Verlosser, Vriend, Gij hoop en lust, Gez. 171: 1 en 4

4) Zing van Jezus’ wond’re liefde, bundel leger des Heils lied 398

5) Van U zijn alle dingen, LvdK Gez. 465

6) Grijp toch de kansen, Joh. de Heer 166

7) Gods goedheid houdt ons staande, Psalm 107: 1 en 10

8) Vrees niet, geloof alleen, Glorieklokken 544

9) U redde Mij, Opw. 578

10)Eens zal de dag vol blijdschap zijn, Joh. de Heer 664

11)Laat ons de Heer lofzingen, LvdK Lied 409: 1, 4 en 5

12)Zegen ons Algoede, LvdK Lied 456

Meditatietekst

Opsporing verzocht. Dat is de titel van een bekend programma.

Nu, dat is in deze nacht de bedoeling van de soldaten die de hof van Gethsemané binnengaan, op zoek naar Jezus.

Met een groot arrestatieteam komen ze. Alsof Hij een crimineel is; iemand die een gevaar vormt voor de samenleving. En dan te bedenken dat Jezus nog nooit één zonde heeft gedaan!

De Gezochte. Wie is Hij? Zojuist heeft Hij in deze hof een zware gebedsstrijd gestreden. Want Jezus is de lijdensweg maar niet vanzelfsprekend opgegaan. Hij heeft er als een berg tegenop gezien, omdat Hij wist wat er op Hem afkwam: de volle last van de straf van God, die wij verdiend hebben.

Maar in die gebedsstrijd heeft Hij rust gevonden. Hij is volledig verenigd met de wil van Zijn Vader, dat dit alleen de weg is waarlangs zondige mensen gered worden.

Dan klinkt door de stilte van de nacht een rumoer langs de hellingen van de Olijfberg. Het licht van fakkels en lantarens wordt zichtbaar. De dreunende stap van soldaten klinkt.

Op de vraag wie ze zoeken is het antwoord helder: Jezus de Nazarener. Hij moet gearresteerd worden. Waarom dan? Heeft Hij kwaad gedaan? Nee, Hij heeft alleen maar goed gedaan.

Maar ondanks het grove onrecht dat hier plaatsvindt, loopt Jezus er niet voor weg. ‘Ik ben het’, zegt Hij.

Ooit leefde de eerste mens, Adam, in de hof van Eden. Toen hij God vaarwel had gezegd, hoorde hij de vraag: ‘Waar bent u?’ Hij werd ook gezocht. Maar hij kroop weg.

Net zoals wij maar al te vaak de confrontatie met de levende God willen ontlopen. Misschien bent u daar al jaren mee bezig. O, aan de buitenkant valt het allemaal wel mee. Maar wie wij voor God zijn, zijn we werkelijk.

Jezus, Die in Gods Woord de laatste Adam wordt genoemd, verbergt Zich niet.

Hij komt naar voren: ‘Ik ben het’. Zo stelt Hij Zich aan die soldaten voor.
En Hij zegt het ook tegen ons: ‘Ik ben het’. Hoe vaak heb Ik Mij al aan u voorgesteld? Opnieuw zeg Ik het u: Ik ben tot uw hulp bereid.

Ik wil alles voor u zijn wat u werkelijk nodig hebt. Borg voor uw schuld bij God, Trooster in uw verdriet, Koning Die u regeert, Profeet Die u onderwijst en de weg wijst in het leven, Priester Die voor u bidt bij de Vader.

Daar in de hof van Gethsemané zijn op dat moment zoekers.
Zo worden vandaag mensen genoemd die op zoek zijn naar zin. Die nadenken over de grote vragen van het leven: wie ben ik, waar kom ik vandaan en waar ga ik naartoe? En die in hun zoektocht ook het christelijk geloof betrekken: zou dat het misschien zijn? Mogelijk bent u of jij ook zo’n zoeker.

Nu, zo zijn de zoekers hier in de hof van Gethsemané niet.

Ze zoeken Jezus, maar niet om door Hem verlost te worden, maar om van Hem verlost te worden. Ze vinden Hem ronduit een lastpak.
Zoekers als Judas. Hij kent Jezus beter dan een van de andere nachtelijke marcheerders. Iemand die zo dicht in Jezus’ buurt heeft verkeerd. Hoe kan het, zou je zeggen? Ja, dat kan helaas: zo dichtbij het vuur van Gods liefde geweest en niet warm geworden…

Verder lopen daar dienaren van de Joodse raad, en soldaten en overpriesters. Een bont gezelschap van Joden en heidenen, zeg maar: van kerk en wereld. Samen op weg om Hem te arresteren. Samen één in hun verzet tegen Hem Die alleen maar goed heeft gedaan.

Zien wij onszelf daar ook lopen?
Ja, want wij zijn geen haar beter. Ook wij willen vanuit onszelf niet dat Jezus Koning over ons zal zijn. ‘Kom, ik ben een mondig mens. Ik dop mijn eigen boontjes wel. Geloven op gezag, dat is niet meer van deze tijd’.

Dat is onze oerzonde. En daarom zouden we ons maar wàt graag van Jezus ontdoen, Hem uit de weg ruimen.
Maar hoor nu eens wat Jezus zegt: ‘Als u dan Mij zoekt, laat dezen weggaan’.
Dezen: dat zijn Zijn discipelen, die twaalf min één, Judas. Laat hen gaan.
Lopen zij dan ook gevaar? Ja, want het is natuurlijk het mooiste als je mèt de leider ook de volgelingen kunt oppakken. Dan sla je twee vliegen in één klap en dan is de kracht van de hele beweging gebroken.

Duidelijk gevaar dus voor Jezus’ volgelingen!
Maar de Meester zegt: ‘Laat hen weggaan’. Dat is een opdracht, een bevel.
Hij Die zojuist met één woord een hele menigte tegen de vloer liet vallen, kan dit bevelen. ‘Laat hen gaan’.

Vindt u dat nu niet een liefde die haar weerga niet kent? Jezus stelt Zijn eigen positie niet veilig, nee, Hij neemt het hier op voor de Zijnen. Hij zoekt hun behoud, hun vrijheid.

En wat voor een mensen zijn het nu eigenlijk? Drie van hen lagen zojuist te slapen toen Jezus Zijn gebedsstrijd streed. Straks slaan ze allemaal op de vlucht. Voor dat soort mensen neemt Jezus het op. Maar Hij vraagt nog meer dan een vrijgeleide voor dit moment.

De Heere Jezus is hier volop bezig als Redder, Die Zich garant stelt voor allen die in Hem geloven, van alle tijden. Hij laat Zich vrijwillig binden, om mensen die gevangen zitten in de machten van zonde en satan, te kunnen bevrijden. Hij neemt hun schuld op Zich. Hij draagt hun straf.

Nu kan God gratie verlenen aan ieder mens die een beroep doet op Christus en Zijn werk. Zij hoeven niet meer gestraft te worden voor hun zonden. Christus ging in hun plaats staan in de hoek waar de slagen vallen.

Voelt u zich zo gebonden? In de ban van dingen die u naar de afgrond voeren? Voelt u de lasso van de dood om u heen? Wat is dit dan een rijk Evangelie voor u.

‘Als u dan Mij zoekt, laat dezen weggaan’. Heengaan in vrijheid. ‘Als dan de Zoon u vrijgemaakt zal hebben, zult u werkelijk vrij zijn’, zei Jezus eens.

Wat is dat heerlijk, dat Hij dat verdiend heeft en wil uitdelen. Ook aan u en mij. Vrij zijn – dat staat bij ons hoog in het vaandel. Jezus schenkt de echte vrijheid aan ieder die in Hem gelooft. Vrij van de straf die ik verdiende. Vrij van bindingen die mijn ondergang bewerken: zonden of verslavingen.

Vrij, om Hem te dienen.

Bent u nog niet vrij? U kunt het vandaag nog worden. Omdat Hij Zich liet binden.

Zie gelovig op Hem. En het gaat zingen in ons hart:

‘Loof de HEERE, want Hij is goed,

want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig.

Laten zo spreken wie de HEERE verlost heeft,

die Hij verlost heeft uit de hand van de tegenstanders. (Psalm 107).