Tim Hartog - Het normale leven
- Nieuws
- Tim Hartog - Het normale leven
Voor onze rubriek 'Niet zonder ons" schreef Tim Hartog deze column over zijn verlangen naar 'Het normale leven'.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Het normale leven, Tim Hartog
Wanneer de zomervakantie op zijn einde liep zei mijn moeder altijd: ‘Ik ben blij als straks weer het normale leven begint.’ Vanuit het oogpunt van mijn moeder een logische opmerking. Zij zat namelijk opgescheept met drie zonen die als ongeleide projectielen door het huis sjeesden en dat dan zes weken lang.
Als kind vond ik het verschrikkelijk als ze dat zei. Ik was namelijk nogal weemoedig van aard. Dat ben ik overigens nog steeds, maar vroeger was ik het zo erg dat ik een hekel had aan de zondag, omdat ik dan de volgende dag weer naar school moest. Ik leefde niet heel erg in het nu.
Dat het einde van de vakantie in zicht kwam en daarmee een periode waarin de tijd meanderend voorbij gleed, was mij dus wel duidelijk. Daar had ik mijn moeder niet voor nodig om mij fijntjes op te wijzen. Ik vond het op het sadistische af. Hoe kon je nu verheugen op het normale leven? En dan niet meer onbeperkt ijsjes eten, naar het zwembad gaan en uit je nest komen wanneer je daar zin in had.
Hoe anders is dat nu. Ik kan nu zoveel ijs kopen als ik wil. Hypothetisch dan, want ik blijf natuurlijk een ZZP-er in de culturele sector. Meer ijs maakt mij niet perse gelukkiger, maar een normaal leven daarentegen, klinkt nu als het ware paradijs. Tegen elkaar opbotsen in een supermarkt, in de oksel van een medereiziger in de bus hangen of hutjemutje op elkaar geplakt op een strand. Heerlijk. Het klinkt mij als muziek in de oren.
Niet dat ik mijn dagen niet doorkom. Ik schrijf voor een publiek in de toekomst, kijk de series die iedereen gezien moet hebben en lees de door iedereen aanbevolen boeken. Ik doe nu zelfs een cursus Spaans! Nou ja, cursus is een groot woord. De opdrachten bestaan uit zinnetjes uitspreken als: ‘Donde esta mi telephono?’ Ironisch genoeg moet ik dit dan in mijn telefoon roepen, die ik gewoon in mijn hand heb. Regelmatig komt er een groen uiltje in beeld die bij een correct antwoord mij komt vertellen dat ik goed bezig ben. Ik kan niet ontkennen dat die externe validatie iets met mij doet. Gracias, groen uiltje. Ik blijf wel lekker bezig, maar echt normaal kun je het niet noemen.
Wat dat betreft lijkt het nu ook ineens een zegen om door te werken tot de wettelijke pensioenleeftijd. In mijn geval 69 jaar en 3 maanden. Terwijl je normaal gesproken moet zeggen als je met pensioen gaat: ‘Nu begint het grote genieten.’ Die mensen heb ik nooit begrepen. Je hebt ruim 65 jaar de kans gehad om te genieten, maar nu gaat het pas beginnen. Bovendien, welke garantie heb je dat het dan wel lukt? Lekker heel de dag tijd doorbrengen met je partner. Terwijl, we zijn een paar weken in quarantaine en het aantal echtscheidingen is al gestegen met een derde. Nee, genieten. Laat mij dan maar lekker doorwerken.
Zo goed en zo kwaad als het gaat probeer ik dingen maar positief te bekijken. Zo kreeg ik onlangs een huurverhoging. Een huurverhoging. In deze tijd! Dat is natuurlijk balen, maar met al dat binnen zitten haal ik wel mooi mijn geld eruit. Die volkszangers die voor het verzorgingstehuis bij mij aan de overkant door een karaokeset staan te blèren. Ik begrijp ze ineens. Jarenlang zijn ze muzikaal behang geweest op braderieën en rommelmarkten, maar nu hebben ze eindelijk een publiek wat niet weg kan lopen.
Om de overgang van vakantie naar school soepeler te laten verlopen hielpen mijn ouders met het opsommen van dingen die eigenlijk wel leuk waren aan een nieuw schooljaar. Ik zag weer mijn vrienden. Ik zou ze vertellen dat we herten zagen in Tsjechië. Elk jaar kregen we potloden, pennen en schriften. Alles nieuw. De geur van een ongebruikte gum. Zelfs de laatjes van de tafels waren brandschoon en geordend en nog niet gevuld met puntenslijpsel. Eenmaal op school viel het ook weer alles mee en na een week was je al niet meer anders gewend.
Ditmaal heb ik geen lijstje nodig. Ik hoorde mij zelfs van de week verzuchten: ‘Ik ben blij als straks weer het normale leven begint.’
Maar voor het zover is trakteer ik mijzelf eerst maar eens op een ijsje.