Gevonden: Amsterdamse vrienden Marten en Willem

We vinden Marten Poorter in Amsterdam Noord. Hij woont als enige van de mannen nog in de stad. Hij vindt het fantastisch dat alle mannen van toen elkaar weer gevonden hebben en wil er graag bij zijn de volgende keer als ze iets ondernemen. Hij racet meteen naar de studio om de mannen te ontmoeten. Sytse en zijn vriend Ben springen beiden op wanneer Marten de studio binnen komt: “Hé ouwe rakker, hoe is het met je?”, roept Ben uit. Marten is nog altijd een goedgeklede man en hij herinnert zich de vele kroegbezoeken ook nog. Binnenkort gaan de mannen weer met z’n allen op stap. Hopelijk is daar dan ook Willem Fleurbaaij, waarvan we vermoeden dat hij in Engeland zit. Naar hem kijken we nog uit. Hopelijk wordt dat snel vervolgd…

Het verhaal
Sytse trekt in zijn tienerjaren op met een vriendengroep uit de Staatsliedenbuurt in Amsterdam. Ze voetballen samen, hangen op straat en brengen hun jeugd samen door. “Daarna werden we van die brommerfiguren. Dan gingen we met de brommer naar Zandvoort: stappen, biljarten, kaarten. Ach, je kent het wel.” Als ze twintigers zijn, valt de groep uit elkaar. De meesten worden opgeroepen voor hun dienstplicht; anderen verhuizen.

Nu, ruim vijftig jaar later, is de vriendengroep weer bij elkaar. “Onze vriend Ben spoorde ons op. Nu doen we een paar keer per jaar wat leuks met z’n allen.” De enige twee vrienden die nooit gevonden worden, zijn Willem Fleurbaaij en Martin Poorter. Vaak gaat het op zulke bijeenkomsten ook over hen: “Dan komen de verhalen naar boven en blijft altijd het gemis van de laatste twee vrienden. We hebben zulke goede herinneringen aan ze!” Zo weet Sytse nog dat ze allebei altijd in een keurig pak met een stropdas liepen. Ook woonden ze allebei aan de Van Bossestraat in Amsterdam: Willem op nummer 95 en Martin op nummer 106. “Ik hoop zo dat we ze vinden. Dan nodigen we ze meteen uit voor een bijeenkomst!”